Europees confiscatiebevel

In onze praktijk zien wij de laatste tijd steeds vaker dat cliënten van het CJIB een ‘aanschrijving Europees Confiscatiebevel’ ontvangen. Een dergelijk bevel wordt afgegeven op grond van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie (de WWETGC). Een dergelijk bevel houdt in dat het Nederlandse CJIB namens justitie in een ander land (in onze praktijk vaak België) een bepaald geldbedrag bij een verdachte wil innen, vaak omdat de verdachte in Nederland woont. Een dergelijk bevel is erg vervelend, omdat het CJIB vaak een korte betalingstermijn geeft en als daaraan niet wordt voldaan, vrijwel meteen al beslag mag worden gelegd op alle eigendommen van de verdachte (een huis, een auto, een bankrekening). Tegen het confiscatiebevel kan op grond van artikel 39 van de WWETGC beroep worden ingesteld bij de rechtbank Noord-Nederland. Dit beroep moet binnen zeven dagen na betekening van de aanschrijving van het bevel worden ingesteld. Het beroep heeft geen schorsende werking, dus ook als beroep wordt ingesteld blijft de verdachte verplicht om te betalen. In de beroepsprocedure toetst de rechter eigenlijk alleen of de Nederlandse officier van justitie in redelijkheid mocht besluiten uitvoering te geven aan het bevel uit een ander land. Maar in een heel beperkt aantal gevallen zal dit niet zo zijn. De beslissing uit het buitenland wordt door de rechter niet inhoudelijk getoetst. Als de buitenlandse rechter heeft bepaald dat de verdachte moet betalen, dan zal dit vaak ook zo zijn. Het CJIB kan dit geld dan innen. Hierbij kan – zoals gezegd – beslag worden gelegd op bezittingen, maar de officier van justitie kan bijvoorbeeld ook een verzoek indienen om lijfsdwang of gijzeling te mogen toepassen voor maximaal 3 jaar. Dit betekent dat de verdachte kan worden vast gezet als pressiemiddel om tot betaling over te gaan. Het vast zitten heft de verplichting tot betaling niet op.

Wanneer u een aanschrijving Europees Confiscatiebevel ontvangt, zijn er drie mogelijkheden:
1.     U kunt beroep instellen bij de rechtbank Noord-Nederland;
2.     U kunt proberen met de buitenlandse instanties tot een regeling te komen ter afbetaling van het openstaande bedrag;
3.     U kunt proberen een betalingsregeling te treffen met het CJIB.

In alle drie de gevallen kunnen wij u bijstaan en/of adviseren. Omdat de beroepstermijn erg kort is, raden wij u aan zo spoedig mogelijk contact met ons op te nemen zodra u een aanschrijving ontvangt.